logo_hvafg
Race tegen de klok Nu de internationale gemeenschap is vertrokken uit het land, zijn alleen hulporganisaties als UNICEF zijn nog ter plaatste om te helpen. En die hulp is hard nodig. Voor 23 miljoen mensen dreigt acute honger. De helft van de Afghaanse kinderen onder de vijf jaar loopt risico op ondervoeding. Als er geen actie wordt ondernemen zullen naar schatting dit jaar nog minstens 1 miljoen kinderen door de honger overlijden. Het is een race tegen de klok.

Verhalen

Martijn Vink (arts-epidemioloog; voorheen werkzaam voor ontwikkelingsorganisatie HealthNet in Afghanistan)

Mijn eerste contact met Afghaanse vluchtelingen was tussen 1999 en 2009, toen ik als arts in een aantal asielzoekerscentra in Nederland werkte. Ik werd geraakt door de innerlijke kracht en gastvrijheid van veel Afghanen, iets wat vaak in schril contrast stond met hun schrijnende verhalen. Ik heb mij toen al voorgenomen om ooit Afghanistan te bezoeken. Die kans kwam toen ik, na mijn opleiding epidemiologie in Londen, aangenomen werd bij de ontwikkelingsorganisatie HealthNet. Deze organisatie zet al sinds de jaren ’90 gezondheidsprogramma’s in Afghanistan op. Binnen HealthNet werkte ik samen met lokale Afghaanse medewerkers aan deze programma’s en aan gezondheidsonderzoek. In die tijd ben ik vaak in Afghanistan geweest en is mijn liefde voor het land verder gegroeid. Afghanistan en de Afghanen zijn in mijn hart gaan zitten! Eind jaren ’90 had Afghanistan een van de slechtste gezondheidsindicatoren van de wereld In de afgelopen 20 jaar zijn de gezondheidszorg en het onderwijs in het land enorm verbeterd. De vaccinatiegraad is flink gestegen, de kinder- en moedersterfte zijn fors gedaald en miljoenen jongens en meisjes zijn voor het eerst naar school gegaan. Er kwam een jonge generatie, met dromen en idealen voor de toekomst. Met de terugkeer van het Taliban-regime worden al die dromen bruut weggeslagen. En sectoren als de gezondheidszorg kampen nu met grote tekorten. Miljoenen Afghanen zijn verarmt, lijden honger en hebben geen toegang tot goede zorg. Ik geloof in de kracht van de massa: als maar genoeg mensen -binnen en buiten Afghanistan- aandacht blijven vragen voor de humanitaire noodsituatie en de slechte mensenrechtensituatie in het land, dan zal de situatie uiteindelijk verbeteren. Aan de vele dappere Afghanen zal het niet liggen. Laten wij solidair met hen blijven!

Roy Grinwis (Afghanistan Veteraan)

Tijdens onze uitzending in Uruzgan (2007) ben ik “verliefd” geworden op Afghanistan. Het landschap, de natuur, maar ook zeker de cultuur waarin de gastvrijheid de boventoon voert. Na onze uitzending ben ik Afghanistan altijd blijven volgen, met de hoop ooit nog een keer terug te kunnen keren in betere tijden. Afghanistan bleef me trekken, totdat ik per toeval in 2020 weer contact kreeg met een van onze tolken. Hij vertelde mij over de penibele situatie in Afghanistan en ik besloot mijn best te doen om hem uit Afghanistan te halen. Van het een kwam het ander en voordat ik wist werd ik gevraagd door toen nog demissionair Minister van Defensie Bijleveld om mee te helpen om onze tolken te evacueren uit Afghanistan met absolute dieptepunt de val van Kabul op 15 augustus 2021. Hier heb ik heel veel Afghaanse vrienden aan overgehouden en tot op de dag vandaag probeer ik samen met hun de situatie in Afghanistan zoveel mogelijk onder de aandacht te brengen. Dit doe ik, omdat ik vind dat wij als internationale gemeenschap ons moeten schamen hoe wij Afghanistan achter hebben gelaten. In mijn ogen maak je je werk eerst af, voordat je vertrekt. Afghanistan is een land met veel potentie, maar die in mijn ogen te niet wordt gedaan door hebzucht en macht. Hierdoor zijn helaas onschuldige burgers de dupe mijn wens voor Afghanistan is dan ook dat die burgers eindelijk in vrijheid en met de kansen die ze verdienen kunnen genieten van hun prachtige land Afghanistan.

Shah Tabibi (Psycholoog, storyteller en docent)

Als kind voelde ik me altijd verbonden met het land van de verhalen die mijn ouders en ooms vertelden. “Het land waar een overvloed aan druiven en granaatappels groeien. Waar men wijze en diepzinnige poëzie reciteert en waar dans en muziek centraal staat.”

En dan leek het land een tijdje vooruit te gaan maar dit eindigde, na 20 jaar, in een tragische nachtmerrie. Naast de hongersnood in Afghanistan, doet de beperking van vrijheid, educatie en creativiteit mij het meeste pijn. Ik voel me verstikt en kan pas rustig adem halen wanneer Afghanistan vredig en vrij zal worden met voldoende druiven en granaatappels voor een ieder..

Saber Perzad (redactie BOOS BNNVARA)

Wanneer je de naam Afghanistan noemt, roept dat een onbeschrijfelijk gevoel van nostalgie en heimwee op. Een groot deel van mijn leven heb ik in Afghanistan doorgebracht. Ik vond het heel moeilijk om huis en haard te verlaten en naar Nederland te vluchten, maar het moest. Ik heb hele mooie tijden gekend in Afghanistan. Ik houd van de plek waar ik geboren en getogen ben en ik zal het land nooit vergeten. De situatie in Afghanistan is op dit moment schrijnend. Afghanen bevinden zich in een vlees geworden nachtmerrie. De huidige machtshebbers hebben geen bestuurlijke ervaring en weinig oog voor internationale betrekkingen. Ze weten niet hoe ze zich in de wereld moeten positioneren. De rechten van mensen zijn ingeperkt en de toekomst in Afghanistan blijft voor hen onzeker. Intussen worden ze hard geraakt door de ingestorte economie. Ik voel me erg verdrietig over hetgeen dat zich in mijn thuisland voltrekt. Ik kan alleen maar hopen dat de wereld Afghanistan, in het bijzonder de vrouwen in het land niet zal vergeten. Voor Afghanistan, een land dat al jaren lijdt door oorlog, hoop ik op betere tijden. Een periode waarin ontwikkeling, wederopbouw en vrijheid prioriteit hebben. Andere tijden, waarin je weer op vakantie kunt naar Afghanistan, met of zonder hippietrail. Ik hoop dat er een dag aanbreekt waarop alle mensen van heinde en verre zonder enige angst naar het land zullen kunnen reizen en als gast ontvangen worden.

Laurens Mol (Adviseur Immigratie en Naturalisatiedienst)

Wie kan er nou geen fascinatie hebben voor en niet verbonden voelen met Afghanistan? Het is een land met een rijke en onstuimige geschiedenis, maar ook een land met een onmetelijke gastvrijheid, imposante natuur, spiritualiteit en een grote diversiteit aan volkeren en culturen. Na vele moeizame jaren van investeren, is binnen een korte tijd alles teniet gedaan. Daar komt nog bij dat de aandacht van de internationale gemeenschap voor Afghanistan is verslapt door ander leed in de wereld. Ik wens dat de bodem van deze lijdensweg bereikt is en dat er eindelijk weer goed nieuws uit Afghanistan onze kant op komt. Ik wens daarom Afghanistan goede bestuurders toe. Met een goed en vooral eerlijk bestuur, zal het enorme potentieel dat Afghanistan altijd is geweest, tot bloei kunnen komen. Aan het overvloed aan grondstoffen en aan de ondernemende Afghanen zelf, zal het niet liggen. .

Sadaf Qutbiyar (Auditor bij Gemeente Rotterdam & Burgerraadslid voor GroenLinks Capelle)

Afghanistan is het land waar ik geboren ben en ik mijn wortels heb liggen. Nederland is het land waar ik ben opgegroeid. Beiden hebben mij gevormd tot de persoon die ik ben. Hoewel ik Afghanistan nooit meer heb bezocht, zal ik mij altijd verbonden voelen met Afghanistan. Een land waarbij het volk de afgelopen 40 jaar verscheurd is door oorlog. Het breekt mijn hart om te zien hoe Afghanistan gebruikt wordt in het geopolitiek schaakspel en keer op keer achter gelaten wordt door de internationale gemeenschap wanneer zij niet meer nodig is. De situatie in Afghanistan is hopeloos en schrijnend. De positieve ontwikkelingen van de gelopen 20 jaar zijn in één jaar tenietgedaan. Het volk heeft geen eten meer, vrouwen geen rechten en (etnische) minderheden worden onderdrukt. De situatie is op dit moment niet houdbaar en kan elk moment klappen en resulteren in een nieuwe burgeroorlog als de internationale gemeenschap niet haar verantwoordelijkheid neemt. Mijn droom voor Afghanistan is rust, (economische) stabiliteit, vrijheid en vooruitgang. Een land waar meisjes groots durven te dromen, vrouwen topposities bekleden en gelijk zijn aan mannen. Een land waar geen plek is voor racisme, corruptie en onderdrukking van vrouwen en minderheden. Ik hoop dat ik een glimp van zo een Afghanistan in mijn leven nog mag meemaken.

Mohan Verstegen (arts, Ministerie van Defensie en Afghanistanveteraan)

‘Zorgen voor’: Een van mijn eerste patiënten in Afghanistan was een medewerker in ons militaire ziekenhuis. Een kleine klacht. Gewoon een verwonding aan zijn been die was gaan ontsteken. Een kleine klacht. Maar de gevolgen waren groot. Hij was bang om zijn baan te verliezen. Dat zijn familie geen inkomen meer zou hebben. Maar ook bang dat als hij zijn baan zou verliezen wat dat voor hun veiligheid zou betekenen. Ik mocht hem formeel niet helpen. Hij zou naar een Afghaanse dokter moeten. Ik deed dat toch. Een klein gebaar. Want anders zou mijn aanwezigheid op microniveau ook niets voorstellen… Terug in Nederland vroegen vrienden mij of we niet onze waarden en normen probeerde op te leggen aan het Afghaanse volk. Mijn antwoord was altijd duidelijk: Vrijheid, gelijkwaardigheid en veiligheid zijn niet Nederlandse waarden. Het zijn mensenrechten. En die wil iedereen waar ook ter wereld. En in mijn ervaring ook de Afghaanse mensen die ik heb ontmoet. Daar doe ik het voor. Niet alleen als dokter en militair. Maar vooral als mens. Vele jaren later is NAVO weg uit Afghanistan. Dat doet pijn. Als dokter weet ik maar al te goed dat als je uit het ziekenhuis komt, je problemen vaak nog niet over zijn. Ook thuis heb je hulp en begeleiding nodig om verder te herstellen. En helaas bieden wij die hulp in Afghanistan nu te weinig. Ja, deels door politieke omstandigheden. Maar we moeten altijd proberen om die hulp te blijven bieden. Want die hulp is hard nodig. Kwetsbare groepen, zoals vrouwen en kinderen, zijn overal ter wereld waar oorlog, geweld of onderdrukking is, de grootste slachtoffers. Daarom draag ik hart voor Afghanistan een warm hart toe. Want ‘zorgen voor’ dat doe je met je hoofd en handen. Maar vooral ook met je hart….

Haris Faiz (Voorzitter, Stichting Omid)

Afghanistan is mijn geboorteland en het is het land waar mijn ouders en voorouders vandaan komen. Ik zal Afghanistan voor altijd als mijn ‘thuis’ zal zien en er verbonden mee zal zijn. De huidige situatie in het land is schrijnend. Ik verloor mijn land op 15 augustus 2021 opnieuw en het voelt alsof de hele internationale gemeenschap, inclusief Nederland, haar ogen voor het land voorgoed gesloten heeft de burgerbevolking aan haar lot overgelaten. Terwijl ik dit schrijf (op 19 augustus 2022) ben ik in Afghanistan en voel ik me heel machteloos. Het leed van de mensen is pijnlijk om te zien en lijkt haast onwerkelijk. Ik vraag me af: waar is een stukje medemenselijkheid voor de Afghaanse burgerbevolking gebleven? Tot slot: ik hoop lang genoeg te leven, zodat ik de kinderen in Afghanistan ooit wakker zie worden van het geluid van vogels en niet van bommen.

Parweez Kohestanie (bestuurslid MCAN en MDL-arts)

Sinds 1998 ben ik in Nederland en vanaf 2001 actief bezig met Afghanistan. Door mijn achtergrond heb ik me altijd verantwoordelijk gevoeld om bij te dragen aan de wederopbouw van Afghanistan. Er gaat geen dag voorbij dat ik niet aan Afghanistan denk. Bijna wekelijks heb ik contact met vrienden en familie die daar wonen. Ik voel de pijn en machteloosheid die de huidige situatie met zich heeft mee heeft gebracht. Ik realiseer me dat Afghanistan een zeer lastig periode doormaakt. Voor 2001 gebeurde buiten ons zicht. Nu bereikt de pijn en ellende van Afghanistan onze huiskamers en spreek ik mensen via mijn mobiele telefoon. We moeten een weg vinden om de gewone burgers niet de dupe moeten laten worden van de politieke situatie. Onze liefde voor de mensen moet sterker zijn dan een politieke agenda. De humanitaire missies moeten hervat en uitgebreid worden. Dagelijks vinden duizenden mensen de dood door honger. Het is onze collectieve verantwoordelijkheid om een weg te zoeken om de gewone bevolking bij te staan In de toekomst hoop ik met MCAN nieuwe projecten kunnen opzetten en weer terug naar Afghanistan te kunnen om onze collega te helpen met medische trainingen. Voor nu hoop ik dat Afghanen de kracht vinden om de catastrofale hongernood door te komen.

Jolijn Bosje (E-commerce Projectleider, Tata Steel)

Ik voel me verbonden met Afghanistan omdat mijn beste vriendin en haar familie daar vandaan komen. Ik vind het verdrietig om te zien dat de positie van vrouwen ondermijnde wordt, wereldwijd vechten generaties voor gelijke genderrechten en het voelt alsof dit land weer terug is gegaan naar de vorige eeuw sinds de Taliban weer aan de macht is, terwijl ik van de moeder van mijn vriendin heb begrepen dat het vroeger een heel vrij land was waarin vrouwen ook prettig leefden. Mijn wens voor de toekomst is dan ook dat dit hersteld wordt en dat vrouwen in vrijheid en zonder angst al hun dromen waar kunnen maken!.

Wailun Cheung (Platformmanager, Rijkswaterstaat)

Ik draag Afghanistan een warm hart toe, omdat goede vrienden van mij en hun familie uit Afghanistan komen. Hierdoor heb ik veel verhalen meegekregen over oorlogen en conflicten die zich de afgelopen decennia hebben afgespeeld in het land en wat dit met de bevolking heeft gedaan. Wat mij opvalt is dat er na 20 jaar oorlog er geen uitzicht is op een betere situatie. Nu Amerika zich heeft teruggetrokken uit Afghanistan en de Taliban heeft overgenomen, lijkt het of de internationale gemeenschap zijn deuren heeft gesloten voor het land. De bevolking lijdt hier economisch ernstig onder. Er zijn grote voedseltekorten en veel honger. Ik maak mij daarnaast zorgen mensenrechten als het gaat om de positie van vrouwen en meisjes en het toenemende geweld tegen (etnische) minderheden zoals de Hazara. Ik hoop dat de internationale gemeenschap helpt met ontwikkelingshulp en hiernaast ook helpt in het terugdringen van geweld en het herstellen van mensenrechten.